Door de frequentie van echtscheidingen stelt het probleem van de herroeping van de adoptie zich ook steeds vaker; daar de echtgenoot/echtgenote die een kind uit een vorige relatie van zijn partner adopteerde deze band wenst te herzien wegens het verbreken van de relatie met de natuurlijke ouder.

Artikel 354-1, 1e lid BW bepaalt dat de herroeping van de gewone adoptie om zeer gewichtige redenen kan worden uitgesproken op verzoek:

  • van de adoptant,
  • van de adoptanten
  • van een van hen,
  • van de geadopteerde of
  • van de procureur des Konings.

Ingeval van gewone adoptie door twee echtgenoten of samenwonenden kan de rechtbank de herroeping uitspreken ten aanzien van slechts een van hen.

De wet bepaalt dat de herroeping van de gewone adoptie enkel toegelaten is “om zeer gewichtige redenen” en dat deze door de rechtspraak op strenge wijze worden beoordeeld en wel zo dat de herroeping slechts in uitzonderlijke gevallen wordt aanvaard, namelijk wanneer zeer buitengewone, onbedwingbare omstandigheden de handhaving van de adoptieband onmogelijk maken.
Het gaat er immers inderdaad om de stabiliteit van de burgerlijke staat van de personen te handhaven en te voorkomen dat de gelijkstelling van het geadopteerde kind met het kind met gewone afstammingsband in het gedrang komt.

In de rechtspraktijk herkent men twee soorten gevallen, namelijk :

1° foutieve handelingen of foutief gedrag van een van de partijen tegenover de andere partij: zowel van de geadopteerde als van de adoptant.

2° andere zwaarwichtige omstandigheden in het bijzonderheid de psychologische onmogelijkheid van samenleven en/of de volledige mislukking van de opvoedings­relatie, zodat er geen socio – affectieve werkelijkheid vasthangt aan de adoptieve afstammingsband (Christoph Castelein, Over herroeping van de adoptie en opeenvolgende en nieuwe adoptie naar huidig en komend recht, noot onder Rb. Brugge, 7e kamer d.d. 9 maart 2004, Tijd. Not. 2004 blz. 580 nr. 3).
De ‘zeer gewichtige redenen’ waarvan sprake in de wet vormen een objectieve situatie die niet noodzakelijk moet bestaan in de fout van de adoptant of de geadopteerde. In de rechtspraak wordt dit criterium zeer restrictief benaderd (Gent 15/3/1973, R.W., 1973-74, 1271).

De zeer gewichtige redenen waarvan sprake in zowel de oude als de nieuwe wet worden in de parlementaire voorbereiding van de wet van 22 maart 1940 — waarbij deze mogelijkheid voor het eerst werd ingeschreven — omschreven door te verwijzen naar manifest foutief gedrag in hoofde van hetzij de adoptant, hetzij de geadopteerde.

– De rechtspraak benadert bijgevolg in heel wat gevallen de herroeping als een sanctionering voor foutief gedrag. In de rechtspraak is het duidelijk dat de loutere mislukking van de adoptie als zodanig niet kan volstaan. Er dient een foutief karakter mee verbonden te zijn. De mislukking moet te wijten zijn aan een foutief handelen.

– De rechtspraak heeft ook aangenomen dat de herroeping van de adoptie gerechtvaardigd kan zijn door omstandigheden die geen verband houden met de fout van betrokkene, maar door de noodzaak van de concrete toestand.
Het betreft zwaarwichtige omstandigheden, inzonderheid de psychologische onmogelijkheid samen te leven en / of de mislukte opvoedingsrelatie.

Kern is dat er geen socio — affectieve realiteit overeenstemt met de adoptieve afstammingsband. Wel dient dit een voldoende graad van ernst te hebben: de loutere onenigheid tussen adoptant en geadopteerde na een lange periode van harmonie volstaat niet. (Gunter Maes, De beeindiging van de adoptie in P. Senaeve en F. Swennen (ed), De hervorming van de interne en de internationale adoptie Intersentia 2006 blz.206 en volgende nr. 391 en volgende).

Ter vergelijking:
– Rb.Brussel 2/10/1996, J.L.M.B., 1997,514 :

Art. 367 B.W. staat in uitzonderlijke omstandigheden de herroeping van de adoptie toe, omdat het zeer gewichtige redenen vereist. Vermits noch de wettekst, noch de voorbereidende werken de criteria bepalen, volgens welke deze redenen moeten worden beoordeeld, moet worden gesteld dat de ontwikkeling van het instituut van de adoptie rechtvaardigt dat haar herroeping enkel in beperkte omstandigheden kan worden aanvaard, namelijk wanneer zeer buitengewone, onbedwingbare omstandigheden de handhaving van de adoptieband onmogelijk maken. Het is uitgesloten dat een slechte verstandhouding alleen de herroeping rechtvaardigt.

– Luik 3/3/1988, RRD 1998, 427 :
Het komt aan de rechter ten gronde toe om het zeer ernstig karakter van de motieven te beoordelen die moeten leiden tot de herroeping. Er moeten onbedwingbare omstandigheden bestaan die het behoud van de adoptie onmogelijk maken, waarbij de rechter hoofdzakelijk oog moet hebben voor de overheersende belangen van de geadopteerde.
Terzake zou deze herroeping niet alleen ernstige stoornissen veroorzaken bij de geadopteerde maar zouden ook de adoptanten de banden die hen verenigen met hun kleinkinderen verliezen, terwijl zij ten aanzien van hen getuigen van een evidente genegenheid.

– Rb.Mechelen 10/4/1979, Rev. Trim.Dr.Fam., 1979, 430 :
Het ontstaan van wrijvingen tussen adoptant en geadopteerde, zoals deze zich veelal in huiselijke kringen voordoen, is geen voldoende zwaarwichtige reden voor de herroeping.