Echtscheiding: echtelijke woonst-partnergeweld

Geschreven door
Marc Boeykens

Bij de toewijzing van het gebruik van de gezinswoning houdt de rechter in beginsel geen rekening met het al of niet bestaan van fouten.

Sinds de wetswijziging van 28 januari 2003 dient de rechter de gezinswoning wel toe de bedelen aan de echtgenoot of aan de wettelijk samenwonende die het slachtoffer is geworden van fysieke gewelddaden van zijn/haar partner.

Het betreft feiten die gekwalificeerd worden als:

  • Verkrachting
  • Opzettelijke slagen en verwondingen
  • Vergiftiging
  • Poging tot verkrachting
  • Poging tot doding met oogmerk om te doden
  • Poging tot vergiftiging
  • Of het bestaan van ernstige aanwijzingen voor dergelijke gedragingen

De rechter moet oordelen of er ernstige aanwijzingen zijn en moet niet wachten tot wanneer de strafrechter deze feiten heeft beoordeeld. Naast klachten kunnen eveneens medische attesten die de versie van het slachtoffer ondersteunen (Luik 24 juni 2003, Div. act. 2004,7; Gent, 6 november 2003, E.J. 2003, 40) of processen-verbaal waardoor de aangehaalde feiten aan waarschijnlijkheid winnen (Vredegerecht Doornik, 25 november 2003, J.T., 273; Vredegerecht Hasselt, 24 november 2005) de rechter overtuigen.

Evident is het aanvoeren van het strafdossier die eventueel een bekentenis van de partner bevat zeer nuttig (Vredegerecht Brugge 30 mei 2005, T.W.V.R. 2005, 171).